Een droom in wit en turkoois, de badplaats Cala d'Or is zo fascinerend. Als je door de schaduwrijke en rustige straatjes van het oude gedeelte van Cala d'Or slentert, merk je meteen dat een kunstenaar hier de peetvader was. Het was de Ibiziaanse galeriehouder en tekenaar Josep Costa Ferrer (1879-1971) die in het begin van de jaren dertig de inspiratie kreeg om op dit stuk kust met verschillende cala's en een turkooisblauwe zee, om een woonwijk te creëren in de stijl van zijn thuiseiland.
In 1933, toen er nog geen burgeroorlog in Spanje in de lucht hing, werden tussen de kleine en grote calas ("Cala Petita" en "Cala Gran") 48 smetteloos witte en elegante villa's gebouwd met twee verdiepingen, compleet met een kerk en sportfaciliteiten.
Het Plaça Mare Nostrum met een monument voor vrouwen is het bijna natuurlijke stille centrum van het gebied, dat rust en een gevoel van onopvallende, natuur respecterend esthetiek uitstraalt.
Geen wonder dat allerlei illustere mensen hier hun intrek namen en met volle teugen genoten van de schoonheid van de omgeving: de schilder Hermenegildo Anglada Camarasa waardeerde de magie van de plek net zo goed als de bioscoopproducent Ramon Baldet en de Hollywood-actrice Natacha Rambova. Ze was getrouwd met de wereldberoemde stille filmgod Rudolph Valentino in de jaren 1920 en werd verliefd op het eiland na hun scheiding.
De groep kunstenaars kreeg gezelschap van de Belgische schilder Médard Verburgh, die destijds tal van landgenoten als een magneet aantrok. Daarom is er ook een Avenida Bélgica in Cala d'Or.
Aangezien de nederzetting nu 90 jaar bestaat heeft de verantwoordelijke gemeente Santanyí 20 borden geplaatst op het centrale Eivissa-plein, waarop de geschiedenis van deze zeer bijzondere plek wordt beschreven. Hier in het zuidoosten van het eiland was het, in tegenstelling tot het weerzinwekkende hoogbouwlabyrint van Magaluf, mogelijk om het toerisme te laten groeien zonder de oorspronkelijke esthetiek van het dorp in de loop van de decennia te vernietigen.
De oorspronkelijke nederzetting ligt in het zicht van het 18e-eeuwse rechthoekige fort Es Fortí, dat plat ligt als een gestrande zeeschildpad aan de overkant van Cala Petita. Het is bijna het enige gebouw in de stad dat niet wit is geverfd. Verder is bij de bouw van moderne appartementen en hotels getracht de typische, aangenaam mediterrane Cala d'Or-stijl aan te houden. Men zoekt tevergeefs naar onaangename wolkenkrabbers.
En dus, waar je ook gaat, alles ziet er op de een of andere manier goed en luxe uit. Op het terras van het traditionele hotel Cala d'Or drink je een glaasje witte wijn terwijl het turkooizen water in de "Cala Petita" zo intens schijnt dat je ogen er bijna van branden.
Cala d'Or is net zo waardig en nobel als Port de Pollença aan het mooie strand van Albercutx in het noorden van het eiland, waar ook mooie oude villa's te bewonderen zijn onder hoge schaduwrijke bomen en op wiens zand in de zomer de Engelse aristocraten "afternoon tea" drinken. In veel van de straten van de stad voel je de rust waar Mallorca beroemd om was vóór de opkomst van het toerisme.